ALTERNATIEVE INVORDERINGSPROCEDURES

De kost en duurtijd van een “gewone” gerechtelijke procedure kunnen zowel voor ondernemers als voor consumenten een reden zijn om een geschil, of onbetaald gebleven som maar ongeremedieerd te laten, zeker wanneer het gaat over geschillen met een geringe waarde, en eens te meer wanneer hun wederpartij in het buitenland gevestigd is (denk maar aan de internetkoop).
Niet alleen de Belgische, maar ook de Europese wetgever, hebben echter diverse alternatieven uitgewerkt, die zowel de ondernemer als de consument de mogelijkheid bieden om op alternatieve, en in principe eenvoudigere wijze, hun vordering te stellen.


1) INVORDERINGEN TUSSEN BELGISCHE HANDELAARS: DE IOS-PROCEDURE

De procedure voor invordering van onbetwiste geldschulden kan enkel betrekking hebben op professionele relaties. Toetsteen die hiervoor aangewend wordt, is de inschrijving in de KBO.
Daarnaast kan deze procedure enkel aangewend worden voor facturen die in het verleden nooit geprotesteerd zijn. Is de factuur geprotesteerd, dan kan enkel een “gewone” gerechtelijke procedure opgestart worden.

De advocaat vervult de functie van eerste rechter: na een controle of de vordering voldoet aan de vereisten van de wet (met name of de vordering vaststaand en opeisbaar is en de interesten en schadebeding correct berekend zijn), instrueert hij de gerechtsdeurwaarder, die zal overgaan tot betekening van de aanmaning tot betaling.
Eens de betekening van de aanmaning gebeurd is, heeft de schuldenaar één maand om te reageren. In een best-case scenario, gaat hij alsnog over tot onmiddellijke betaling, doch evenzeer kan hij met de deurwaarder een afbetalingsplan overeen te komen.
Als de schuldenaar de schuld binnen de termijn van één maand betwist, moet de gerechtsdeurwaarder het dossier opnieuw overmaken aan de advocaat, die dan in overleg met zijn opdrachtgever zal dienen te beslissen of hij alsnog overgaat tot dagvaarding (en dus opstarting van een “gewone procedure”).
Laat de schuldenaar echter in het geheel na om te reageren op de betekening, dan zal de gerechtsdeurwaarder ten vroegste acht dagen na het verlopen van de termijn van één maand, een proces-verbaal van niet-betwisting opmaken.
Dit “proces-verbaal van niet-betwisting” vormt een uitvoerbare titel (net zoals een vonnis) en op basis van deze akte kan men overgaan tot gedwongen uitvoering. Voor de schuldenaar staat wel nog steeds de mogelijkheid van verzet open tegen de uitvoerbare titel.

Er dient ten slotte nog op gewezen dat de schuldeiser steeds de keuze behoudt tussen de “gewone” gerechtelijke procedure en de IOS-procedure voor de invordering van niet-betwiste geldschulden.


2) INVORDERINGEN TEN AANZIEN VAN HANDELAARS IN HET BUITENLAND: EUROPESE BETALINGSBEVELPROCEDURE

Is de schuldenaar gevestigd in het buitenland, dan kan de (nationale) IOS-procedure niet aangewend worden, maar er bestaat wel een “gelijkaardige” Europese procedure, met name het Europese Betalingsbevel.

Opnieuw moet het gaan over een vaststaande en opeisbare schuldvordering tussen handelaars, die geen voorwerp van betwisting uitmaakt.
De (eenzijdige) procedure wordt gevoerd d.m.v. een reeks standaardformulieren (A t.e.m. G) en vangt aan wanneer de eiser door middel van formulier A een verzoek indient bij de Rechtbank die volgens hem bevoegd zou zijn indien een gerechtelijke procedure zou ontstaan. (Dit kan een Belgische rechtbank zijn, maar ook een buitenlandse – men mag rechtstreeks het buitenlandse gerecht aanschrijven, maar dat moet wel in de taal van het gerecht).
De rechter doet een prima facie onderzoek naar haar bevoegdheid en ontvankelijkheid/gegrondheid van de vordering en kan dan beslissen:
-          Dat er nog aanvullingen/correcties moeten gebeuren, of
-          Om het verzoek te verwerpen, of
-          Om het betalingsbevel uit te vaardigen
In het laatste geval worden zowel de eiser als de schuldenaar verwittigd door de Rechtbank, waarna de schuldenaar nog 30 dagen heeft om verzet aan te tekenen.
Doet hij dit, dan kan de eiser ervoor opteren om de procedure om te zetten in een “gewone” procedure, of hij kan afzien van zijn vordering.

Wordt er geen verzet aangetekend, dan wordt het Europees Betalingsbevel uitvoerbaar verklaard en kan het in principe niet meer betwist worden. De deurwaarder kan dan overgaan tot gedwongen tenuitvoering.


3) VOOR HANDELAARS ÉN CONSUMENTEN IN BEPERKTE GESCHILLEN: EUROPESE PROCEDURE VOOR GERINGE VORDERINGEN

Ook deze “alternatieve” procedure is beschikbaar voor grensoverschrijdende invorderingen, doch is enerzijds beperkter en anderzijds uitgebreider dan het Europees Betalingsbevel.
De procedure heeft een beperkter toepassingsveld in die zin dat zij gelimiteerd is tot vorderingen met een maximuminzet van 5.000 EUR.
Zij is echter uitgebreider doordat zij niet enkel toepasselijk is voor vaststaande, opeisbare en niet betwiste schuldvorderingen tussen handelaars, maar op alle burgerlijke en handelsrechtelijke geschillen.

Gelijkaardig aan de Europese betalingsbevelprocedure wordt er gewerkt met standaardformulieren, en moet het gerecht aangezocht worden dat in principe bevoegd zou zijn als een “gewone” procedure zou gevoerd worden, doch opnieuw kan een Belgische onderneming of consument rechtstreeks het buitenlandse gerecht aanspreken.
De eiser dient een formulier A in, dat door de Rechtbank tesamen met een antwoordformulier wordt verzonden aan de verweerder. Die laatste kan binnen de 30 dagen repliceren, waarna de rechtbank het antwoord ook toezendt aan de eiser.
Daarna heeft de rechtbank opnieuw 30 dagen de tijd om een beslissing te nemen, welke kan zijn:
-          Dat nadere gegevens moeten verstrekt worden, of
-          Dat het nodig is om partijen te horen (dit kan eventueel via videoconferentie), of
-          Dat de vordering wordt toegekend of afgewezen

Deze beslissing is zonder verdere formaliteiten uitvoerbaar bij voorraad, al dient aangestipt dat in sommige gevallen (afhankelijk van het land waar de procedure gevoerd wordt) een hoger beroep tegen deze beslissing open staat.


BESLUIT

De opgesomde procedures vormen allen alternatieven voor de “gewone” gerechtelijke procedure en kunnen in sommige gevallen zeer nuttige en kosten- en tijdbesparende opties zijn voor de rechtszoekende.
Er blijven echter wel nog steeds bepaalde formele vereisten en juridische complexiteiten (bijvoorbeeld in sommige gevallen: het bepalen van de bevoegde rechter), waarvoor de tussenkomst en/of het advies van een advocaat nuttig (en soms zelfs vereist) blijft. Aangezien de tussenkomst doorgaans echter beperkt blijft, zijn de kosten uiteraard ook navenant.

MELIS advocaten heeft ervaring met alle opgesomde procedures, en kan u dan ook steeds bijstaan.