DE IMPACT VAN VERSTEKELINGEN OP DE WEGVERVOERDER

Het valt niet te ontkennen dat de tijdens de afgelopen jaren toegenomen mensensmokkel zijn impact heeft gehad op de transportsector.
De maatregelen die genomen worden ter voorkoming van mensensmokkel veroorzaken moeilijkheden voor de transportsector
Ten eerste gaat er soms veel tijd verloren bij controles aan de grens. Op dagen van verhoogde drukte of gebrek aan personeel kunnen deze dermate oplopen dat tussen opdrachtgever en vervoerder, bij gebreke aan afdoende afspraken daaromtrent mogelijks discussies over aangerekende wachturen kunnen ontstaan.
Daarnaast kunnen aan vervoerders, bij wie personen in het voertuig worden aangetroffen aanzienlijke sancties worden opgelegd.

Waar in België art. 4bis van de verblijfswet bepaalt dat de vervoerder hoofdelijk aansprakelijk is voor de administratieve boete waartoe de vreemdeling gehouden is die niet via een doorlaadpost het Rijk is binnengekomen, speelt in het Verenigd Koninkrijk part II van de Immigration and Asylum Act 1999 Chapter 33 wat betreft de aansprakelijkheid van de wegvervoerder (Carrier’s Liability).
In de hiervoor vermelde act verstaat men onder een illegale immigrant iemand die poogt ‘concealed in a vehicle’ langs de immigratiecontrole te passeren. ‘Vehicle’ wordt uitgelegd in de breedste zin van het woord. Ook de oplegger, semi-oplegger, container of elk voertuig dat is ontworpen of aangepast om te worden getrokken door een (ander) voertuig valt binnen de definitie van ‘vehicle’. De act verleent de mogelijkheid aan de autoriteiten om een boete op te leggen per ‘clandestine entrant’.
Artikel 32 (5) stelt dat, indien het vervoermiddel een voertuig (‘vehicle’, cf. supra) is, de eigenaar, de huurder en de chauffeur een boete kunnen opgelegd worden. Indien het vervoermiddel een losgekoppelde trailer is, kan de eigenaar, de huurder en de operator beboet worden.
Of deze personen nu wisten dat er zich verstekelingen aan boord bevonden of niet doet bij het uitschrijven van de boete niet ter zake. Het enkele feit dat zij zich aan boord bevonden volstaat.
Behalve een boete kan er ook voor geopteerd worden om het voertuig vast te zetten, de zogenaamde ‘detention’. Deze maatregel wordt gebruikt in het verlengde van de hierboven besproken boete, namelijk voor de periode tot de boete betaald wordt of bij niet-betaling ervan. Gelukkig is het aan de eigenaar, bestemmeling of enige andere persoon met een belang wel toegestaan de lading over te laden opdat deze alsnog zou kunnen afgeleverd worden.

Over de lading gesproken… Wat als deze beschadigd geraakt door de inklimming van verstekelingen?
Zodra er verstekelingen in een lading worden aangetroffen, en de lading daardoor lijdt (wat in te beelden valt bij menselijke aanwezigheid gedurende enkele dagen in de bekrompen laadruimte van de vrachtwagen), wordt de aansprakelijkheid ten aanzien van de vervoerder ex. art. 17, lid 1 CMR vermoed.
Vervoerders proberen zich dan van hun aansprakelijkheid te ontdoen door een beroep op art. 17, lid 2 CMR, nl. schuld of opdracht van de rechthebbende dan wel omstandigheden die de vervoerder niet heeft kunnen vermijden en waarvan hij de gevolgen niet heeft kunnen verhinderen. Meerdere vonnissen en arresten hebben echter reeds aangetoond dat dit verweer vaak vruchteloos is.
Nog een groot probleem is de zogenaamde “fear of loss”.
Hoewel de vervoerder in beginsel slechts moet instaan voor de maten waarin de goederen beschadigd zijn (en dus, indien slechts een deel van de ingepakte lading besmeurd geraakte, in principe slechts dat deel moet vergoed worden), komt het in de problematiek betreffende verstekelingen niet onregelmatig voor dat van zodra een menselijke aanwezigheid in de laadruimte wordt vastgesteld, de hele lading als beschadigd beschouwd wordt door de ladingbelanghebbende.
De laatstgenoemde lijkt hierin vaak op bijval van de hoven en rechtbanken te kunnen rekenen, al speelt de aard van de lading voor deze beoordeling uiteraard ook een rol (men kan zich inbeelden dat voor etenswaren andere criteria gelden dan voor tuinmaterialen).
Recente persartikelen over het toenemende geweld ten aanzien van chauffeurs toont aan dat de strijd tegen onregelmatige migratie nog lang niet gestreden is en wij vermoeden in de nabije toekomst nog regelmatig met incidenten van deze aard geconfronteerd te zullen worden.